TERUG NAAR DE WARE LEBUINUS

Op 29 juni 2010 is verschenen in de reeks ‘Deventer Kopstukken’ deel II:
‘TERUG NAAR DE WARE LEBUINUS’ door Dirk Otten.

Hoe de evangelisator van Saksenland vanaf de IXe eeuw werd beschreven, vereerd en miskend. Met een vertaling van de anonieme Vita Antiqua en de Vita Lebuini van Hucbaldus.

Rijk geïllustreerd, gebonden, genaaid, voorzien van leeslint. 112 pp.
ISBN: 978-90-79378-99-9
Deventer Kopstukken ISSN: 1878-822X
Prijs: € 19,95.
Verkrijgbaar via onze internetboekwinkel

Klik op de afbeelding voor de inhoudsopgave en een aantal voorbeeldpagina’s (PDF-viewer)

Over de Auteur
Dr Dirk Otten (1939) is germanist. Hij was werkzaam als leraar Duits in Heerde en als redacteur van de Grote Woordenboeken Nederlands-Duits en Duits-Nederlands van Van Dale.

Otten deed vele publicaties over plaats-, veld- en boerderijnamen van de Noord- en Oost-Veluwe het licht zien. Een naamkundig onderzoek in de omgeving van Wilp, waar Lebuïnus in 768 zijn missionaire arbeid begon, gaf aanleiding tot een onderzoek naar deze Angelsaksische missionaris.

In 2006 verscheen van zijn hand Lebuïnus, een Gedreven Missionaris (Uitgeverij Verloren, Hilversum), een boekje waarmee hij Lebuïnus, van wie weinig méér bekend bleek te zijn dan zijn naam, terug bracht in de belangstelling.

Over het Boek
Lebuïnus heeft zich van de bekende missionarissen Willibrord, Bonifatius en Ludger onderscheiden door te prediken in gebieden die door de Franken nog niet waren onderworpen. Het was vooral zijn bekeringsexpeditie naar de Volksvergadering van de Saksen in Marklo aan de Wezer, diep in het vijandige Saksenland, die op zijn tijdgenoten grote indruk maakte.

Na Lebuïnus’ dood in 773 was er eerst een mondelinge overlevering van zijn optreden. Midden negende eeuw werd de eerste korte biografie over Lebuïnus geschreven, een zogenaamd heiligenleven, dat men later de Vita antiqua is gaan noemen. Dit heiligenleven was in tegenstelling tot de andere, traditionele heiligenlevens geen stichtelijk en verheerlijkend verhaal over een voorbeeldige heilige. Het beschrijft een jeugdige en nog onbezonnen evangelieprediker wiens optreden in de Saksische Volksvergadering op een mislukking uitloopt.
Begin tiende eeuw schreef de in zijn tijd beroemde wetenschapper Hucbaldus een ‘klassiek’ heiligenleven over hem, de Vita Lebuini. Alles wat Hucbaldus in de Vita antiqua minder gepast vond, heeft hij weggelaten en aan zijn Vita allerlei stichtelijkheden en verwijzingen naar bijbelteksten toegevoegd.

In de beschrijvingen en gedichten die daarna over Lebuïnus werden geschreven, raakte Lebuïnus zelf op de achtergrond, of men belichtte één aspect van zijn optreden. Voor de Moderne Devoten stond zijn vroomheid op de voorgrond, de predikant en amateur-historicus Nagge in Twello maakte van hem in de tweede helft van de zeventiende eeuw een predikende avonturier in het woeste Saksenland, en volgens een Duitse historicus uit het begin van de twintigste eeuw waren de teksten over Lebuïnus niet meer dan legenden die voor een deel het karakter van een sage hadden.

In een twaalftal hoofdstukken wordt in het boek beschreven welke, voor een deel zeer tijdgebonden, voorstellingen men zich vanaf de negende eeuw maakte van Lebuïnus’ leven en optreden. In het laatste hoofdstuk met de titel ‘Zicht op de ware Lebuïnus’ keert de levensechte Lebuïnus terug: minder verheven, minder voorbeeldig, en ook minder succesvol, maar wel iemand die in zijn tijd veel van zich deed spreken en die ook nu nog een boeiende persoonlijkheid is.

Het boek is verrijkt met 25 illustraties, waaronder enkele heel bijzondere en tot op heden onbekende afbeeldingen. Aan het eind van het boek is een kopie van de ‘Prynce uut Engelant’ afgedrukt waarvan het origineel wordt bewaard in de Staatsbibliotheek te Berlijn. Aan het begin van het boek is een afbeelding van de ingekleurde houtsnede uit een boek van de Deventer drukker Richard Pafraet (1490) afgedrukt.
Als bronbijlage bevat het boek een vertaling van de Vita Antiqua en van de Vita Lebuini.


(…) Dirk Otten, germanist, die zich specialiseerde als naamkundige en woordenboekenmaker, toont op iedere bladzij van deze uitgave zijn acribie. Ook in het toegevoegde register. Deze publicatie is een juweeltje: qua lay-out zeer fraai en qua inhoud hoogst interessant.
(Frans Berkelmans OSB in Benedictijns Tijdschrift 2011/2)

(…) Een klein, fijn, zeer verzorgd boekje, waarvan het wetenschappelijk gehalte de leesbaarheid niet in de weg staat.
(Henk Rijkers in Katholiek Nieuwsblad 15 juli 2011)

(…) De grootste kerk van Deventer draagt nog altijd de naam van de missionaris die in de achtste eeuw het Evangelie in Overijssel bracht: Lebuinus. Over hem schreef Dirk Otten een prachtig vormgegeven boekje met een pretentieuze titel (…)
(Enny de Bruijn in Reformatorisch Dagblad 18 mei 2011)

(…) Zo kan iedereen, Saks en niet-Saks, zelf het verslag lezen van zijn ontsnapping aan de heidense Saksen. Met leeslint, fraaie vormgeving, prachtige afbeeldingen.(…)
(Hilbrand Rozema in Nederlands Dagblad 11 maart 2011)

‘Een qua lay-out zeer fraaie en qua inhoud hoogst interessante publicatie over Lebuïnus. Ik heb het boekje in één ruk gelezen. Dat komt ook door de aangename ordening van de hoofdstukken en de vitae in de aanhang.’
(Prof. Dr. H.L. Cox, Universiteit Bonn)