Hoe democratiseer je de Islam?

Het afschieten van de hele redactie van het Franse tijdschrift Charlie Hebdo dat ook internationaal symbool staat voor de democratische vrijheid van meningsuiting is wat betreft zijn politieke impact vergelijkbaar met ‘9/11’. Het wordt steeds duidelijker dat wij ons niet meer kunnen neerleggen bij het dilemma waar de radicale Islam ons voor wil plaatsen: ofwel aanvaarden dat de Islam ons gaat overheersen langs de weg der geleidelijkheid, dus door steeds meer toe te geven aan hun oplopende eisen, ofwel door de verliezende partij te zijn in een burgeroorlogachtige revolutie.

Zo’n oorlog is niet meer regulier te winnen, want het wordt een guerrilla, die werkt als een veenbrand. Door de steeds onbeperktere mogelijkheden van de sociale media en de onder andere daardoor langzaam oncontroleerbare beschikbaarheid van automatische wapens, wordt de democratie nu het meest bedreigd door wat ook haar wereldwijde expansie heeft mogelijk gemaakt. Wat hier bestreden wordt, zijn geen ditjes en datjes, maar primair en expliciet de democratie en de door deze radicalen vervloekte democratische vrijheid. Afgezien van het onontkoombare misbruik dat ervan gemaakt is en altijd ook gemaakt zal worden, wordt juist die vrijheid door ons gezien als de voorwaarde voor alle welvaart, wetenschap, welzijn en geluk.

Als we aan dit dilemma willen ontsnappen, lijkt het mij steeds belangrijker te worden, dat wij gaan nadenken over wat democratie nu eigenlijk is. Als het meerderheidsprincipe bepalend zou zijn voor de democratie  – waarvan de grootste rechtsgeleerden in Nederland overtuigd lijken te zijn – dan is het aftellen tot er een meerderheid ontstaat of wordt afgedwongen, die de sharia zal invoeren. Dat gaat dan via de weg der geleidelijkheid, maar zal in zijn consequenties voor de democratie catastrofaal zijn. Want zowel de Soennieten als de Sjiïeten zijn principieel tegen de universele democratische gelijkheid en de daarop gebaseerde gelijkwaardigheid, die zij als strijdig met de wil van Allah beschouwen, ook als ze dat om begrijpelijke redenen hier in Nederland niet expliciet zullen zeggen. Men kan hen dat niet kwalijk nemen: het is deel van hun religieuze identiteit. En het terrorisme, dat zich op hun Islam beroept, is voor hen zeer waarschijnlijk nog erger en pijnlijker dan voor de niet-moslims.

En toch is die gelijkheid de richtinggevende, alles bepalende grondslag van de democratie, die nooit honderd procent werkelijkheid zal worden, omdat geen mens nu eenmaal gelijk is aan een ander. De gelijkheid of gelijkwaardigheid is daarom geen norm, die vaststaat, zoals de andere normen van de democratie: de vrijheid als verantwoordelijkheid, het recht van de zwakken en de trouw als universeel. Die normen gelden als absoluut in elke democratie, ook als dat vaak niet expliciet wordt ingezien. Maar de gelijkheid is wel de bron van alles wat de democratie heeft voortgebracht, en als die niet aanvaard wordt, is geen democratie mogelijk. En dat is het probleem bij Soennieten en Sjiïeten, maar niet bij de Alevieten, die fundamenteel democratisch denken en de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, gelovigen en ongelovigen etc. aanvaarden en die zeggen dat ook de redelijkheid iets is, dat God de mens gegeven heeft om die voor de mensheid in te zetten in vrijheid, gerechtigheid en trouw.

Als wij aan het boven geschetste dilemma willen ontkomen, is volgens mij geweld een even slechte raadgever als de in haar consequenties ondoordachte tolerantie. Ons beleid zou er op gericht moeten zijn, de Islam expliciet te helpen zich van binnenuit in democratische richting te ontwikkelen. En ik denk dat wij daarvoor voorlopig geen betere – en ik denk ook geen andere – partners hebben dan de hier in Deventer relatief talrijke Alevieten (Deventer telt zelfs de grootste Alevitische gemeenschap van Nederland) – die als enige moslims de democratie met hart en ziel zijn toegedaan. Geef hen dan de ruimte en de expliciete ondersteuning van overheidswege, om die missie door scholing en andere educatieve, wellicht ook wetenschappelijke, activiteiten in de andere islamitische genootschappen van onze samenleving te kunnen realiseren.

Begin dan niet meteen met de dooddoener, dat je de andere moslims niet mag discrimineren, want wat hier op het spel staat, is juist de basis van elke non-discriminatie: de gelijkheid. En ik ben ervan overtuigd, dat ook de andere islamieten hen later dankbaar zullen zijn, dat ze door wijs beleid geholpen werden, niet ook zelf slachtoffer te worden van een voor iedereen rampzalige burgeroorlog.

Het huidige beleid van pappen en nat houden kan in oorzakelijk verband gebracht worden met de academische miskenning van wat de democratie in wezen is: men denkt nu tot in de hoogste kringen dat een meerderheid over het lot van de democratie kan beslissen, omdat men niet ziet dat die meerderheid in dienst staat van het behoud van de democratie en nooit bedacht is om de democratie te ondermijnen of af te schaffen.

Het laatste woord is daarom nooit aan de Grondwet, maar aan de niet in wetteksten te vangen Constitutie, die in de gecodificeerde grondwet haar fysieke neerslag vindt. In Duitsland is men zich daar sterker van bewust geworden door de ervaringen met het nationaal-socialisme, dat zich heel bewust aan de grondwet hield, om de democratie te kunnen afschaffen. Door die ervaring is men zich sterker gaan realiseren, dat Verfassung (Constitutie) en Verfassungsgesetz (geschreven Grondwet) niet hetzelfde zijn. In de huidige positivistisch georiënteerde juridische opleidingen komt dat amper ter sprake. Het zou dan ook verstandig zijn, tegelijk met dit nieuwe beleid ten aanzien van de Alevieten ook het eenzijdige positivisme van onze rechtsgeleerden van overheidswege aan de kaak te stellen. Daarbij zou de hier in Deventer ontwikkelde hypothese van de dubbele waarheid (veritas duplex) van cruciaal belang kunnen zijn.

Deventer, 7 januari 2015

J.D.J. Buve

N.B. U kunt reageren via vonlauninstituut@geertgrote-univ.nl