Kerken sluiten massaal de deuren, en niet alleen in deze tijd die het zonder publiek toegankelijke kerstnachtmis moet doen. Dat sluiten doen ze al sinds zestig jaar geleden de secularisatie werd ingezet, en meestal definitief. Dit fenomeen, aanvankelijk door velen begroet als een bevrijding van bedillerige religieuze ballast, is een doorsluipend proces geworden dat zelden de media bezighoudt (in tegenstelling tot sommige andere, nog veel langzamer verlopende veranderingen).
Sinds een paar decennia staat dit proces opmerkelijk genoeg onder leiding van kortzichtige kerkbestuurders die met de zuivere leer der getallen voor ogen er nog een schepje bovenop doen door de overgebleven vitale lokale kerkgemeenschappen te fuseren en te euthanaseren. Het sociale weefsel wordt door massale kerksluitingen zodanig aangetast, dat ook de seculiere buitenwacht zich zorgen mag gaan maken. Onvoldoende mankracht bij de politie, moeilijk weg te werken achterstanden bij de rechter en lange wachtrijen voor de psychiater zijn de wrange vruchten van de eens bejubelde secularisatie.
De geschiedenis geeft weinig voorbeelden van landen die het goed bekomen is dat de kerk uit hun midden verdween als factor van betekenis. De rampzalige maatschappelijke gevolgen op termijn zijn meestal niet te overzien. Vraag het maar eens aan (voormalige) inwoners van nazistische of communistische dictaturen. Vergelijk Noord-Korea (zonder vrijheid, kerken verboden) eens met Zuid-Korea (godsdienstvrijheid, met veel kerken). En wie wil zien hoe een strook land oogt waar kerken systematisch zijn vervangen door moskeeën, moet in Gaza gaan kijken, of in vele andere plekken in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, waar weinig christenen over zijn.
Dominees en pastoors mogen als zodanig dan niet figureren op de door de Nederlandse overheid opgestelde lijst van “cruciale beroepen”, maar zij kunnen hopelijk met succes een beroep doen op de Bijbels klinkende categorie “arbeiders voor de oogst”. Verder valt op dat veel van de financieel nog altijd laag gewaardeerde, maar anno 2020 wel als essentieel gemarkeerde beroepen in zorg en onderwijs hun oorsprong vinden in de schoot van de Kerk. En nu de bakker van regeringswege – terecht – tot vitaal beroep is verklaard, krijgt de zinsnede “Geef ons heden ons dagelijks brood” uit het Onze Vader een actuele betekenis die het voor velen lang niet meer heeft gehad.
De meeste Nederlanders realiseren zich niet meer wat ze aan het christendom te danken hebben. Niet alleen menig Nederlandse plaats zou niet zijn ontstaan zonder de kerk (zoals de stad Deventer of de dorpen in haar omgeving), maar zelfs het land niet. Het waren immers de monniken die begonnen met het graven van kanalen, het aanleggen van dijken en dammen en de ontginning van woeste gronden.
Aan het lijstje cruciale beroepen zou de GGU zeker componisten, musici, beeldend kunstenaars, bibliothecarissen en wetenschappers willen toevoegen, die ooit bij een kerkvorst of een gewone vorst hun mecenas vonden, in plaats van met al hun talenten aan te moeten sluiten bij een door een anonieme en kleurloze apparatsjik beheerd loket.
Wie de cultuurgeschiedenis van Nederland en Europa los wil zien van toegepaste metafysica als politiek filosofie (reflectie op de grondslagen van recht en democratie) enerzijds en van het briljante concept van de menswording Gods anderzijds, begrijpt niet alleen weinig van dit land en van dit continent, maar doet ook zichzelf te kort. Laten we als hoogmoderne mensen niet de bron vergeten van al het goede, ware en schone in ons leven.
Er komt een tijd dat van staatswege kloosters zullen worden gesticht, om de vooruitziende blik van de in 2021 een halve eeuw geleden overleden schrijver Simon Vestdijk te parafraseren. Nu de meeste kloosters en abdijen opgeheven zijn, dan wel stevig op slot zitten, begint heel Nederland, ja heel Europa, kloosterlijke trekjes te krijgen. Deze tijd is dus bij uitstek geschikt voor inkeer en reflectie.
Wat moet het heerlijk zijn om nu student te zijn! Je kunt nu de UB dicht is, je eindelijk eens ongestoord verdiepen in al die goede boeken die je de afgelopen jaren op de Deventer boekenmarkt of elders op de kop hebt getikt en waar je anders wellicht niet aan toe zou zijn gekomen door Pinkpop en zo. Het is even wennen je telefoontje met rust te laten, maar niets helpt je meer om echt te leren denken dan een filosofische gedachte te volgen die langer is dan 144 tekens.
De GGU wenst U en de Uwen, hoe uw persoonlijke situatie ook moge zijn, een Zalige Kerst ook zonder mis, en een Reflexief 2021.
Proosdij van Deventer, 24 december 2020
Sybrand Buve