De Lomonosovcollectie
1. Periode vóór Deventer
De Bibliotheca Launiana is 25 jaar geleden ontstaan uit een samenvoeging van de privécollecties van met name filosofische, historische en juridische boeken van de families Buve en Von Laun tot de bibliotheek van het Rudolf von Laun Instituut voor Toegepaste Metafysica. Het Instituut werd op 3 november 1995 in het Titus Brandsma Huis te Leeuwarden feestelijk geopend door de Duitse jurist Dr O.R. (Otto) von Laun (1915-2000), zoon van de naamgever, de rechtsfilosoof Prof. Dr R.F.A. (Rudolf) von Laun (1882-1975), hoogleraar Staats- en Volkenrecht en Rector van de Universiteit van Hamburg, en door de Nederlandse rechts- en politiek filosoof Dr J.D.J. (Jeroen) Buve (1935-2017), directeur fondateur.
Het Instituut verkreeg op 16 februari 1996 rechtspersoonlijkheid. De bibliotheek groeide in de daarop volgende jaren mee met het Instituut. Aan het in Nederland steeds zeldzamer wordende concept van een ‘open opstelling’ is van meet af aan vastgehouden.
2. Deventer Boekenstad en verder
In 2006 verhuisde het ‘Von Laun’, inclusief bibliotheek en bibliothecaris, naar Deventer, waar het onderdeel werd van de Geert Grote Universiteit (GGU). De institutionele rechtspersoonlijkheid ging in 2012 over op de bibliotheek, waardoor haar reeds in gebruik zijnde naam ook officieel werd vastgelegd: Stichting Bibliotheca Launiana. Het bezit van alle boeken en archivalia berust sindsdien bij haar.
In Deventer was de bibliotheek aanvankelijk gevestigd aan de Stromarkt (in het souterrain van wat nu de Openbare Bibliotheek is) en later tevens aan de Hofstraat (het monumentale pand De Linnenkist).
In 2014 verhuisde de bibliotheek naar de Nieuwe Markt, waar ze slechts zeer gedeeltelijk kon worden uitgepakt. Sinds het vertrek van de GGU-bibliotheek uit Deventer in 2016 wordt ze geheel ingepakt bewaard, aanvankelijk opgeslagen in het oude UB-gebouw van Kampen (2016-2018) en, toen de overname daarvan niet lukte, nadien nog ondergebracht in de Zuid-Limburgse Abdij Rolduc (2018-2020). Eind augustus 2020 is de bibliotheek overgebracht naar een tijdelijke opslag in Salland, in afwachting van het vinden van een definitieve plaats. Hierdoor zijn de boeken helaas niet toonbaar.
Sinds 2011 zorgt een creatief GGU-boekbinderscollectief voor restauratie van beschadigde boeken; vele honderden exemplaren zijn sindsdien kundig gerestaureerd, en hun kaften niet zelden kunstig verfraaid.
3. Catalogisering
Catalogiseren kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via een alfabetische auteurscatalogus, een alfabetische titelcatalogus, een trefwoordencatalogus of een systematische catalogus, op basis van een passend systeem voor de betreffende collectie.
Naast deze vormen is er de standcatalogus. Deze bestaat uit overzichtslijsten van het bezit van een bibliotheek of archief, gerangschikt naar de volgorde waarin de boeken op de plank staan.
Deze vorm van catalogiseren geeft dus wel inzicht in de omvang van het bezit (er zijn bijvoorbeeld 89 werken over Byzantinologie), maar welke titels of auteurs dat betreft, is niet op te maken via de standcatalogus zelf. De gebruiker zal naar de betreffende kast of het magazijn moeten gaan om te zien om welke auteur(s) en titel(s) het gaat.
Zo is de Bibliotheca Launiana nog niet digitaal gecatalogiseerd op titelniveau, maar kent zij gelukkig wel een systematische standcatalogus, gebaseerd op de indeling van de bibliotheek van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven.
De digitale bewerking van de filosofische standcatalogus, zoals deze (handmatig) is bijgewerkt tot waar de stichter bij zijn dood gebleven was, is op de website te raadplegen. De boeken zijn voorlopig niet consulteerbaar, maar men kan zich door de overzichtelijke rubrieksindeling toch een beeld vormen van inhoud en omvang van dit deel van de bibliotheek.
4. Slavische collectie: Lomonosovcollectie
Naast de filosofische collectie is sinds 2009 een Slavische collectie aan het ontstaan. Deze collectie bevat boeken op het gebied van Talen, Cultuur en Geschiedenis van Midden- en Oost-Europa (met de nadruk op Russisch, Pools en Tsjechisch). De situatie rond het catalogiseerproces is bij de Slavische collectie geheel anders dan bij de filosofische collectie.
De collectievorming bij de Slavische collectie is in 2009 begonnen, voornamelijk op basis van enige fraaie schenkingen van de Belg Prof. Dr C. Hannick uit Trier, hoogleraar Oude Slavistiek en directeur van het Ostkirchliches Institut te Würzburg. Hierna volgden schenkingen van de slavisten Mw Drs M.A.M. van Brink en Dr T.A. Eekman, gevolgd door Nederlandse hoogleraren Slavistiek als Prof. Dr A.G.F. van Holk en Prof. Dr J. van der Eng en zijn echtgenote Mw Dr A.M. van der Eng-Liedmeier. Er is in die tijd een bescheiden begin gemaakt met een eenvoudige alfabetische inventarisatie van de schenkingen.
Sinds de verhuizing naar de Nieuwe Markt in 2014 zijn er nog diverse mooie collecties ontvangen. Van enkele van deze schenkingen is destijds een (alfabetische) lijst gemaakt, waar ook de taal waarin het werk is geschreven en een zeer algemene rubrieksaanduiding zijn opgenomen, maar dit heeft dus helaas nog niet bij alle ontvangen collecties plaats kunnen vinden. Gedetailleerde onderwerpsontsluiting heeft dientengevolge ook nog niet kunnen plaatsvinden. Aan een overzicht van rubrieken wordt nog gewerkt.
Het schatten van de omvang van de Lomonosov-collectie was bij benadering mogelijk op basis van de praktische gegevens van de schenkingen (zoals het aantal dozen). Zij omvat ca. 15.000 banden.
Aangezien sinds 2014 de bibliotheek eerst gedeeltelijk en sinds 2016 tot op heden geheel is ingepakt en opgeslagen, zijn sommige schenkingen nog in het geheel niet geïnventariseerd. Hopelijk is het over niet al te lange tijd mogelijk de gehele collectie zowel in een fraaie open opstelling als via een actuele (digitale) catalogus te presenteren.
De aanduiding van de Slavische collectie als ‘Lomonosovcollectie’ is op drie manieren te verklaren.
De naam Lomonosov herinnert aan de eerste keer dat deze naam in Deventer opdook, namelijk toen op 26 november 1993 de naam van het antiquariaat, gedreven door Drs J. Bouwmeester, werd gewijzigd in Lomonosov. Bouwmeester schonk al tijdens zijn leven veel boeken aan de Geert Grote Universiteit.
Bij de opening van het Gerson Instituut op 20 november 2010 met het eerste Slavische Symposium, werd de voornaamste kamer van De Linnenkist aan de Hofstraat te Deventer ‘Lomonosovzaal’ gedoopt.
Het jaar hierop is ter gelegenheid van de 300e geboortedag van Michail Lomonosov (1711-1765) een symposium gewijd aan deze veelzijdige ‘Vader van de Russische Wetenschap’ en naamgever van de Moskouse Staatsuniversiteit. Lomonosov werd trouwens door de Zwolse historicus en slavist Dr W. Coster ooit eens, met een knipoog naar de Deventer antiquaar, niet ten onrechte getypeerd als ‘BOUWMEESTER voor wetenschap en cultuur’.
In het jaar van het zilveren jubileum van de formele oprichting van de bibliotheek ligt het om al deze redenen in de bedoeling om in een toekomstige huisvesting van het Gerson Instituut in elk geval een zaal weer naar Lomonosov te vernoemen.