Tak tachtig

VAN KERSTKIND TOT ENFANT TERRIBLE VAN HET STAATSRECHT

Prof. mr. A.Q.C. (Antonius Quirinus Cornelis; roepnaam Twan) Tak is geboren als kerstkind zowel  als oorlogskind midden in de Tweede Wereldoorlog  (op 25 december 1942). Zijn ouders, Adrianus Tak en Francijna Veraart, waren “eenvoudige Brabanders, uit eeuwenoude geslachten van keuterboeren in Oud Gastel” (nu gemeente Halderberge, West-Brabant, red.). Zijn geboorteplaats was de gemeente Luyksgestel (NB: een voormalige Luikse enclave, als laatste gemeente met België geruild tegen Lommel), waar zijn vader na diverse omzwervingen postcommandant was geworden bij de Rijkspolitie. Hij zou de middelste van drie zonen van de familie Tak worden, Jan, Twan en Frans. Na nog een enkele verhuizing vestigde het gezin zich in 1948 in Weert. Hier bezocht hij de lagere school St. Arnoldus te Leuken, Weert, en daarna het Bisschoppelijk College aldaar.

Merkuur: Niet veel mensen weten dat u een fascinatie hebt voor het beeldverhaal, tot op heden. Begon dat met Tom Poes als strip in de krant? Donald Duck verscheen pas voor het eerst als weekblad toen u 10 was.

Tak: Als kleine kinderen sliepen wij in één groot bed. Mijn drie jaar oudere broer Jan kon al lezen. Hij las ons dan de Avonturen van Randolf de Ridder uit het Eindhovensch Dagblad voor. Dit was mijn eerste kennismaking met stripverhalen. Ik was toen pas twee, drie jaar. Als hij het verhaaltje niet meer verder kon lezen, verzon hij de rest erbij. Ik vond dat prachtig, ik was gefascineerd door die verhalen.  

Zodra ik zelf kon lezen, verslond ik avonturen van Eric de Noorman van Hans G. Kresse, zowel als dagbladstrip als in boekvorm.

Tom Poes van Marten Toonder, de grondlegger van de Hollandse School, vond ik als kind niet zo leuk; die ben ik pas later op literaire waarde gaan schatten.

 Merkuur: U doorliep het gymnasium bij het Bisschoppelijk College St. Jozef te Weert. Op welke wijze heeft dit u gevormd?

Tak: Dit Bisschoppelijk College heeft grote invloed op mij gehad. Aan rector Gubbels, tevens docent Grieks, dank ik bijvoorbeeld mijn liefde voor Plato. Op 18-jarige leeftijd heb ik enkele belangrijke beslissingen genomen bij het verlaten van de school. Het waren beslissingen die heel mijn verdere leven en maatschappelijke en wetenschappelijke opvattingen hebben bepaald, zoals de keuze voor de studie Nederlands Recht, het vaste voornemen nooit werkzaam te zullen zijn in of voor de politiek, en het even vaste voornemen om nooit toe te treden tot actiegroeperingen. Een nog vaster voornemen was om nooit verkiesbaar te zijn of gebruik te maken van mijn stemrecht. Dit in tegenstelling tot mijn broer Jan, die zich later heeft laten verleiden om in Weert raadslid voor de SP te worden.

Merkuur: Bij uw bezwaren tegen lidmaatschap van een politieke partij kunnen wij ons iets voorstellen (en met ons vele ex-leden van een politieke partij), evenals bij het feit dat u in principe van geen enkele club lid wilt zijn (de Nederlandse nationaliteit hebben of rooms-katholiek zijn is van een andere orde). Maar kunt u onze lezers uitleggen waarom u als jurist ten principale geen gebruik van actief en passief kiesrecht wenst te maken, al was het maar voor een lokale partij of als onafhankelijke kandidaat?

Tak: Datraakt de kern van mijn wetenschapsvisie. Streven naar macht is altijd ondemocratisch. En ik kan politiek gewoon niet anders zien dan als een streven naar macht over iedere medeburger (via meerderheidssteun: ‘de grootste politieke meerderheid heeft altijd gelijk’). En daarmee een exclusieve aanspraak ook op democratie (want ‘wat een meerderheid beslist, is altijd democratisch’). En daarmee blijkt politiek zelfs de natuurlijke vijand van democratie, in welke zin dan ook, evenals wat wij gewend zijn als democratisch op te eisen omdat ‘de meerderheid daar voor is.’ Daarmee is óók deze ‘democratie’ juist de vijand van het recht. Want ‘recht’ zoals ik dat enkel respecteer, is het respect voor de volle zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van iedere mens.

Merkuur: Met uw echtgenote deelt u een militaire achtergrond. Heeft u elkaar daardoor ook ontmoet? Wat waren uw rangen bij afzwaaien? Wat heeft u overgehouden aan die militaire loopbaan?

Tak: Ik koos voor een militaire loopbaan als kortverbandofficier (laatstelijk luitenant) bij de Koninklijke Luchtmacht. Dit had als voordeel dat ik gelijktijdig mijn dienstplicht kon vervullen. Bovendien leverde het een aantrekkelijke premie op en kon ik door avondstudie bij een repetitor in Eindhoven na zes jaar dienst mijn studie Nederlands Recht in Utrecht voltooien.

Als extra premie heb ik het leger beroofd van een Luva-officier (officier van de in 1951 opgerichte Luchtmacht Vrouwenafdeling, red.): de Zeeuwse Els Grim. Zij werd in 1970 mijn echtgenote en later moeder van onze vier kinderen en grootmoeder van vier kleinkinderen.

Merkuur: Uw promotor in Utrecht was prof. René Crince Le Roy (1927-1984), hoogleraar vanaf 1972 en in zijn laatste levensjaar nog lid van de Raad van State. Hij muntte de term ‘de vierde macht’ voor de bureaucratie. Was zijn inzicht profetisch, temeer daar de door de computer noodzakelijk ingevoerde standaardisering van alle processen zou leiden tot het vermalen van burgers, waarbij geen recht meer kan worden gedaan aan persoonlijke omstandigheden?

Tak: ‘Boy’ CLR doelde in zijn tijd vooral op het fenomeen ‘Yes Minister’: de overheersende invloed van het ambtelijk ondersteunend apparaat op de beleidsbeslissingen van de bestuurders. De IT was toen nog nauwelijks in beeld. Dit fenomeen was ten tijde van deze oratie nog niet of nauwelijks bekend, laat staan beducht. Daar heb ik mij later in eigen persoon hard over uitgelaten, omdat ik er een verlies van persoonlijkheid aan automatisering in zie.

Merkuur: In Maastricht was u een pionier aan de zojuist geopende universiteit, als een eerste hoogleraar Recht. De ‘zevende sprong’ wordt wel als het meest kenmerkende van de ‘Maastrichtse School’ gezien. Hoe kan deze erfenis voor de toekomst veilig worden gesteld? Is daarvoor een rol weggelegd voor een verplicht vak Rechtsfilosofie voor elke jurist?

Tak: Het nieuwe onderwijssysteem (met Zevensprong) werd toen (begin jaren tachtig) al gehanteerd aan alle faculteiten in Maastricht. Ik kwam zelf tegelijk met een zestal kersverse hoogleraren voor geheel nieuwe leerstoelen (waaronder Job Cohen) in de nieuwe faculteit Rechten. De mijne droeg toen nog de sprekende benaming: ‘Hoogleraar in het recht, in het bijzonder in het staatsrecht en het administratief recht’. Die was aanvankelijk aan Job toegedacht, maar toen daarbij voor mij gekozen was, kreeg hij een geheel nieuwe, speciaal voor hem gecreëerde, leeropdracht.

Van dit Maastrichtse onderwijssysteem is heden ten dage bedroevend weinig meer terug te vinden. Dat is onder de maatschappelijke druk geheel teruggevallen in de oude sporen van de door Jeroen Buve zo bestreden eng rationalistische wetenschapsbenadering.

De wetenschappelijke keuze van mijn Maastrichtse School is bij Rechten al helemaal niet meer terug te vinden. Een leerstoel voor rechtsfilosofie viel al eerder onder de leeropdracht van de nieuwe hoogleraar Nico Roos, die later deel uitmaakte van de Maastrichtse School en van het trio met Jeroen Buve en mij.

Hoewel ook rechtsfilosofie deel uitmaakte van zijn leerstoel ‘Metajuridica’, is daarvan, zeker na zijn vertrek uit de vakgroep in emeritaat, niets schokkends meer te melden, ook niet in het onderwijs.

Merkuur: In zijn laatste werk God in de Democratie pleit Jeroen Buve onder meer voor inkomensafhankelijke verkeersboetes, naar Fins model (I.9, p.31-32). Wat vindt u hiervan?

Tak: Juist in het naar communisme riekende ‘neo-communistisch sociale’ van de huidige tijd verschilden Jeroen Buve en ik waarschijnlijk het meest fundamenteel van inzicht en waardering. Het is ook het onderwerp waarbij ik zijn verscheiden wel het meest betreur. Heeft Buve zich op dit punt niet vergist, vraag ik me af? Graag had ik hem geconfronteerd met de vraag of hij met ‘sociaal’ eigenlijk niet bedoelde: ‘gelijkwaardig’ of ‘menswaardig’, in plaats van ‘plat gelijk’.

Ik denk het wel. De huidige maatschappijopvatting is niet anders. ‘Gelijk’ wordt enkel nog gebezigd als een platte gelijkmaker van alles en iedereen; beginnend met een ‘sociale gelijkheid’ die niet veel anders meer lijkt in te houden dan ‘evenveel euro’s’.

Maar van inkomens mogen rechtskeuzes nimmer afhankelijk worden gesteld. Daar hoort enkel maatstaf te zijn de menselijke waardigheid (en daarmee gelijkwaardigheid, met gelijke eigen verantwoordelijkheid: voor mij de enig aanvaardbare grondslag van democratie). Democratie is daarmee voor mij dan ook de volledige vrijheid van ieder individu om eigen keuzes te maken. Eigen keuzes, met eigen verantwoordelijkheid voor die keuze uiteraard. De grenzen daarvan vormen tevens de grenzen van ieders eigen verantwoordelijke democratie; eigen verantwoordelijkheid voor democratische keuze. Maar zelfs die grenzen kunnen die democratie van het individu niet tegenhouden, zoals Socrates aantoonde toen hij vrijwillig de gifbeker tot zich nam.

Merkuur: Nederlanders hebben tegenwoordig een groter vertrouwen in verkopers van tweedehands automobielen dan in politici. De visieloosheid van beleid wordt vaak gehekeld. Hoe beoordeelt u twaalf jaar kabinetten-Rutte in het licht van de huidige meervoudige crisis?

Tak: Laat Rutte ophouden zich liberaal te noemen, en zich eerst eens afvragen wat ‘liberaal’ betekent, althans zou moeten betekenen, en waar VVD ook alweer de afkorting van was en nog is.

Merkuur: Met zoveel publieke middelen wordt in Nederland al zolang zo weinig bereikt. Ondanks alle ondoordachte wet- en regelgeving en zwalkende bestuurders bestaat er nog steeds een democratische mentaliteit. Gaat die ons redden? Jeroen Buve had in zijn laatste jaren zijn politieke hoop op de SGP gevestigd, getuige God in de Democratie.

Tak: Dit laatste sla ik over, en vraag daarvoor begrip. Wie toch iets meer wil proeven raad ik dringend lezing aan van Buve’s meesterwerk (Plato in het Vaticaan, red.). Dit advies van mij biedt geen ‘politieke hoop’, maar is een uiterst welwillende handreiking aan wie nog verkeren in een moeras waar ook Buve zelf in gezeten heeft. Wie dit magistrale werk weigert te lezen onthoudt zich daarmee meteen de mogelijkheid om eindelijk het licht te zien dat hij/zij al zo lang zoekt.

Maar een mentaliteit die waarlijk democratisch genoemd mag worden in de trant van mijn hierboven gegeven definitie, en die inderdaad ‘inbeukt’ op ondoordachte wet- en regelgeving en zwalkende ‘bestuurders’ en ‘rechters, gaat daarmee wel ten onder aan de andere fout die ik vanaf mijn achttiende wilde ontwijken: zij die zich aansluiten bij bewegingen die met machtsvertoon pogen ‘verbeteringen’ te brengen, zien niet dat zij hetzelfde brengen als dat wat zij willen afbreken.

Merkuur: Volgens uw oud-collega prof. mr. dr. D.H.M. (Damiaan) Meuwissen kunnen dieren of dingen geen rechtssubject (drager van recht) zijn, maar kunnen alleen mensen dat zijn. Op mensen rust echter de dure plicht om goed voor de hen toevertrouwde dieren te zorgen. U zult het althans op dit punt met hem eens zijn, hoeveel u verder van elkaar verschilt, bijvoorbeeld inzake de Europese Unie. Zo europtimistisch als Meuwissen is, zo eurosceptisch bent u, als men uw boeken over Democratie en Democratisch Manifest vergelijkt met Europa Reflexief.

Kijk naar de dierenwereld en naar de ervaringen van onze voorouders …

Slechts het eigen begrip en de eigen ervaring kunnen door het zicht op de historie worden verrijkt. Maar begrip bestaat bij de ene categorie ten enenmale niet; alleen werkelijkheid. En bij de tweede hebben onverantwoorde overmoed en menselijke overschatting ten enenmale, als trouwe robotten van de IT, alle zicht en begrip ontnomen.

Dat is ook het geval bij de ‘europtimistische’ opvatting van oud-collega Meuwissen.

Democratie is nu eenmaal een individuele kwaliteit! Zij kan daarom even waardevol zijn in Oost als in West, in Nederland als in welk ander land dan ook, al dan niet binnen de ‘eurozone’.

Laten wij daarom vooral ophouden om elkaar vanuit vooropgezette wensen of meningen steeds weer van onze eigen waardeopvattingen te overtuigen, of erger nog: deze als ‘de beste’ op te dringen.

Slechts voor uitwisseling van ervaring is plaats tussen gelijkwaardige individuen! Niet voor dwang of mening, al dan niet met de euro.

De Kleine Merkuur: Wat is uw lievelingsdier?

Tak: Een grote rode kater, WIBI….

Prof. mr. A.Q.C. Tak hield de Von Launlezing 2013 onder de titel De blinddoek van Vrouwe Justitia. In 2017 werd hij benoemd tot Honorair Fellow van het Rudolf von Laun Instituut (Hon.FRLI).

In 2023 verschijnt de herziene editie van het Democratisch Manifest.

De uitgebreide versie van dit vraaggesprek wordt gepubliceerd in De Nieuwe Merkuur 2 (winter 2022-23).