VERSLAG Tolstoj aan de IJssel

tolstoj_logo_kleur_300pxDe Geert Grote Universiteit is sinds zaterdag 20 november 2010 een tweede onderzoeksinstituut rijker. De opening vond plaats in het kader van de manifestatie ‘Tolstoj aan de IJssel’ ter gelegenheid van de 100e sterfdag van de Russische schrijver Leo (Lev Nikolajevitsj) graaf Tolstoj (1828-1910).

Wethouder en Aartspriester
De Deventer wethouder en loco-burgemeester Marco Swart (Onderwijs, VVD) en aartspriester Theodoor van der Voort van de Russisch-Orthodoxe Kerk hebben op zaterdag 20 november 2010 om half vier de Sectie Midden- en Oost-Europese Studies van het Gerson Instituut officieel geopend. Beide heren deden dit door een doek van het nieuwe bord aan de muur van het zeventiende-eeuwse pand ‘De Linnenkist’ in de Hofstraat te trekken. Naast het al sinds 1995 bestaande Rudolf von Laun Instituut voor Toegepaste Metafysica, dat een van de fraaiste collecties Continentale Filosofie van Nederland beheert, is er nu ook de officiële start van een Instituut voor Europese Studies.

Blik op het Oosten
In zijn heldere openingstoespraak bracht wethouder Swart het recentere en verder gelegen verleden in herinnering en zette deze perioden uit de stadsgeschiedenis tegen elkaar af. Weliswaar had Deventer in de twintigste eeuw de internationaal klinkende bijnaam ‘Moskou aan de IJssel’, maar was het volgens Swart tevens de tijd waarin de stad “het meest naar binnen gekeerd was”. De liberale wethouder zei meer te voelen voor “de naar buiten gerichte houding uit de Hanzetijd”, de middeleeuwse bloeiperiode van Deventer, toen de stad “niet naar het westen, maar naar het oosten keek” en volgens Swart daardoor “van internationale betekenis” was. Wethouder Swart prees de pionierszin van de Geert Grote Universiteit en haar ambitie om in lijn met de Deventer traditie zich niet blind te staren op het westen en de Angelsaksische wereld, maar veeleer de blik op het oosten, op continentaal Europa te richten.

Deventer Cultuuras
De locatie van het nieuwe instituut, gevestigd in een voormalige bakkerij annex linnenwinkel uit 1623, past volgens wethouder Swart ook “perfect” in de zogenaamde ‘cultuuras’ die in 2009 door de architecten Jo Coenen en Fons Asselbergs voor de Deventer binnenstad is ontworpen, en waarin voor de culturele infrastructuur van Deventer belangrijke instellingen gevestigd zijn of zullen worden.

Hollakzaal
Eenmaal binnen konden de gasten alle zalen van de nieuwe locatie, waaraan het hele jaar 2010 gewerkt is, bekijken. Elke ruimte heeft nu een naam. Beneden bevindt zich een deel van de de filosofische collectie van de Bibliotheca Launiana in de sfeervolle Hollakzaal, vernoemd naar Prof. Dr Jan Hollak (1915-2003), hoogleraar Wijsbegeerte aan de universiteiten van Amsterdam en Nijmegen, wiens bibliotheek zich hier bevindt. Tevens is dit de bestuurskamer van de Geert Grote Universiteit. Aan het plafond hangt een wel heel bijzondere lamp, voorzien van de wapens van Utrecht en Deventer. Stadshistoricus Dr Clemens Hogenstijn wist te melden dat deze lamp eertijds in het stadhuis hing.

Gerson
gerson_logo_kleurHet Gerson Instituut is vernoemd naar Johan van Gerson (1363-1429), oud-kanselier van de Universiteit van Parijs, die zich door de Moderne Devotie liet inspireren en het Deventer gedachtengoed in grote delen van Europa ingang deed vinden.

Tolstojzaal
De eigenlijk Sectie Midden- en Oost-Europese Studies van het Gerson Instituut is boven gevestigd. De grootste ruimte boven draagt als blijvende herinnering aan de opening de naam Tolstojzaal. Hier bevindt zich de kern van de collectie Slavistiek. Daarnaast is het vergaderzaal, waar in de toekomst ook werkcolleges zullen worden gegeven. De slavisten Janny Steenge en Herman Starink hebben hier hun bureau. Naast de Tolstojzaal bevindt zich de Pasternakkamer (vernoemd naar de Russische Nobelprijswinnaar Literatuur Boris Pasternak, 1890-1960) met daarin het bureau van de directeur, Prof. Dr Christian Hannick. Aan de achterkant van het monumentale gebouw vindt men nu de Lomonosovzaal, ter ere van ‘de vader van de Russische wetenschap’, naar wie de grootste universiteit van Moskou en het antiquariaat van Johan Bouwmeester in Deventer is vernoemd: Michail Lomonosov (1711-1765).

De Theologische Tolstoj
Aan de plechtige openingshandeling gingen drie goed bezochte lezingen vooraf.
In de eerste voordracht werd de theologische betekenis van Lev Tolstoj (1828-1910) behandeld door Prof. Dr Christian Hannick, emeritus hoogleraar Slavische Filologie aan de Julius-Maximilians-Universität in Würzburg en de eerste directeur van het Gerson Insituut. Hannick benadrukte dat Tolstoj niet alleen een groot schrijver, maar ook een origineel theologisch denker was, die veel van zijn geschriften aan het christendom wijdde. Uiteraard stond Hannick stil bij Tolstojs veroordeling door de Heilige Synode van de Russisch-Orthodoxe Kerk uit 1901, maar bracht hij wel een belangrijke nuance aan: van ‘excommunicatie’ is geen sprake geweest.

Dichtung und Wahrheit
Vervolgens hield Dr Arthur Langeveld, Tolstoj-vertaler en slavist aan de Universiteit Utrecht, een lezing over de verhouding van de jonge Tolstoj tot de literatuur, waarbij de grens tussen Dichtung und Wahrheit volstrekt niet te trekken blijkt te zijn. Alleen zijn brieven, dagboeken en kanttekeningen in boeken kunnen als betrouwbare bronnen voor zijn biografen gelden. Overigens was Tolstoj een zeer matige leerling op school, die poppetjes tekende tijdens de les en die nauwelijks een boek las, ook later niet. Als schrijver vond hij dat hij daar de tijd niet voor had. En als hij eens niet schreef, dan was dat omdat hij verdiept was in een theologische verhandeling.

De Mystiek van Etty Hillesum
Prof. Dr Wil van den Bercken van het Instituut voor Oosters Christendom van de Radboud Universiteit te Nijmegen belichtte de Russische kant van Etty Hillesum (1914-1943), dochter van een Russisch-joodse moeder en van de rector van het Alexander Hegius Gymnasium. Etty was geboeid door de cultuur en literatuur uit haar moeders land. Na Rainer Maria Rilke en de Bijbel was het Fjodor Dostojevski die haar het meeste bezighield, al noemde ze ook Tolstoj een aantal keer in haar dagboeken.

De Russische Ziel
De van oorsprong joodse vrouw ontwikkelde in de donkerste dagen van haar leven een opmerkelijk mystiek Godsidee: niet van een wrede of straffende God, maar van een zwakke God, die zelf lijdt. Russen konden volgens haar lijden ‘tot op de bodem’, evenals Jezus Christus. Maar een alles vergevende liefde zag Etty als de kerngedachte van het christendom. Verder zag ze in ‘de Russische ziel’ de broodnodige tegenpool van het doorgeslagen Westerse rationalisme met zijn vermijden van lijden en dood en zijn gebrek aan ware liefde. Ook trok ze parallellen tussen haar moeders vaderland en haar eigen gemoedstoestand: het Russische landschap was volgens Etty “zo onbegrensd als de menselijke ziel”.

russisch-aan-de-ijssel_cover_web copyBoekpresentatie ‘Russisch aan de IJssel’
De wrange ironie wil dat na de scholenfusie uit het jaar 2000 er één middelbare school in Deventer overbleef, die genoemd werd naar Etty Hillesum, maar waar uitgerekend voor twee van haar grootste passies, Russisch en Religie, geen plaats bleek te zijn. Zo werd de Hegiaanse erfenis van het Russisch op het Etty Hillesum Lyceum verkwanseld in 2007.
Oud-Hegius docenten Margreet van Brink (de nu 84-jarige ‘Moeder van de Deventer Slavistiek’) en haar opvolgster Eva den Hartog, alsmede Patrick Boerlage (docent avondonderwijs) en diens oud-student Johan Bouwmeester kregen een exemplaar van Russisch aan de IJssel uitgereikt uit handen van auteur Herman Starink. Ook oud-Hegiaan Jeroen Smit, nu bekend als onderzoeksjournalist en tv-presentator, ontving een exemplaar. Bestel het boek direct »

Jeroen Smit over Brezjnev
Herman Starink confronteerde Jeroen Smit tot diens verrassing met diens laatste rapportcijfer voor Russisch, dat uit de archieven was opgedoken: een vijf. Dit voorval leidde tot grote hilariteit, waarbij Starink constateerde dat men met een onvoldoende voor Russisch “toch een maatschappelijk geslaagd man” kan worden. In zijn dankwoord prees Smit zijn oud-lerares Margreet van Brink, van wie hij, ondanks zijn onvoldoende, op school meer had geleerd dan van wie ook. Juist de kleinschaligheid en excentriciteit van het vak waren voor Smit “uiterst vormend” geweest. Nimmer had hij spijt gehad van zijn keuze voor dit “foute vak”: de taal immers van wat toen “De Vijand” was: verpersonifieerd in Brezjnev, “de man met de drie snorren: één boven zijn lippen en twee boven zijn ogen”. Hulde zwaaide hij Van Brink ook toe voor het feit dat zij – anders dan velen in die tijd – naar haar leerlingen toe nooit enige politieke voorkeur voor dit regime had laten blijken, maar haar liefde voor het vak, “onmetelijk rijk in al zijn facetten”, politiek-neutraal wist over te dragen.

Reünie ‘Russen’ van Alexander Hegius
Later was er een reünie van oud-leerlingen Russisch in Deventer in de stijlvolle Sociëteit ‘De Hereeniging’, het oude Academiegebouw van Deventer. 70 oud-leerlingen Russisch waren aanwezig en de stemming was opperbest. Sommigen zagen elkaar en hun lerares voor het eerst sinds dertig jaar terug. Hier werd een tien meter lang ‘Buffet russe’ geserveerd, met toespraken van Herman Starink, Margreet van Brink en Eva den Hartog. Ook werden er filmpjes getoond die van alle Ruslandreizen waren gemaakt. Universiteitssecretaris Sybrand Buve wees het publiek op de historische plek, waar eens het Athenaeum Illustre had gestaan (en later de HBS), de in 1878 opgeheven instelling voor wetenschappelijk onderwijs waaraan de Geert Grote Universiteit een vervolg wil geven. Door ook expliciet de Deventer reünisten te betrekken bij de deze dag wil de GGU “een brug slaan tussen de oude en de nieuwe Deventer slavistiek”, want “het Russisch moet in Deventer doorgaan”, aldus Buve.

Exposities
Over de verschillende locaties van ‘Tolstoj aan de IJssel’ waren mini-exposities georganiseerd in door Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek gedoneerde vitrinekasten. Ook was in samenwerking met de Openbare Bibliotheek en de ‘Nederlandse Vereniging voor Exlibris en Kleingrafiek’ een Tolstoj-thema-tentoonstelling van exlibrissen uit ondermeer Slot Burgk in Thüringen georganiseerd.

Slavische Avond in Penninckshuis: Kreutzersonate
De dag werd bekroond met een concert in ‘Het Penninckshuis’ aan de Brink, dat schuil gaat achter een van de fraaiste renaissancegevels van het land. De plek wordt door muziekproducenten geprezen om zijn uitzonderlijk goede akoestiek. Daarbij hadden de musici de beschikking over een van de beste Steinway-vleugels van Nederland. Hierop speelde Agnes Huinen de sterren van de hemel als begeleidster van de virtuoze violiste Xandrine Bossers; eerst de Kreutzersonate (1803) van Beethoven als uitgangspunt voor de avond. Deze werd gevolgd door een voordracht uit Tolstojs gelijknamige novelle uit 1889 door Loek van Voorst. Diens optreden vanaf de kansel werd algemeen als meesterlijk ervaren, ook toen hij later op de avond fragmenten uit Oorlog en Vrede voordroeg.

Moesorgski en Rachmaninov
Pianist Jan Lingen speelde delen uit ‘De Schilderijententoonstelling’ van Tolstojs tijdgenoot Moesorgski: ‘Promenade’, ‘Il Vecchio Castello’, ‘Promenade’ en ‘Bydlo’. Bij Lingens vloeiende interpretatie van ‘Bydlo’ hoorde je Moesorgski’s zware ‘Ossenwagen’ langzaam achter de heuvels verdwijnen. Bossers en Huinen keerden voor de pauze nog terug met schitterende interpretaties van Rachmaninov en Sjostakovitsj. Niemand kon vermoeden dat beide dames elkaar twee weken geleden nog nooit ontmoet hadden.

stotijnEerste Deventer Optreden Christianne Stotijn
Mezzosopraan Christianne Stotijn, die regelmatig te zien is in de Opéra de Paris of de Scala van Milaan, is twee jaar gelden in Deventer komen wonen, en gaf op deze dag haar eerste publieke optreden in haar nieuwe thuishaven. De acht Russische liederen van Tsjajkovski die zij in een fenomenaal samenspel met de jonge Russisch-Nederlandse pianiste Daria van den Bercken ten gehore bracht, waren van een adembenemende schoonheid. Ze kregen een staande ovatie.

Dichtende Diplomaten
De van oorsprong Georgische dichteres en voordrachtskunstenares Nina Targan Mouravi (afstammelinge van de Grote Mouravi) declameerde aan het einde van de avond het gedicht ‘Silentium!’ van Tolstojs favoriete dichter-diplomaat Fjodor Tjoettsjev (1803-1873), zowel in Russisch als in vertaling van de op 2 november overleden Nederlandse oud-ambassadeur in Rusland, Frans-Joseph van Agt (1921-2010).

Tolstoy_by_Repin_1901Internationale Bezoekers
De (delen van de) dag werd in totaal 278 maal bezocht, en dat was boven alle verwachting. Mensen kwamen niet alleen uit de IJsselstreek, maar uit alle windrichtingen van Nederland en zelfs daarbuiten, met enkele Russische, Duitse, Belgische, Roemeense, Georgische, Turkse en Amerikaanse gasten. Aan het einde van avondvoorstelling bedankte universiteitssecretaris Sybrand Buve de artiesten en de leden van het Uitvoerend Comité van ‘Tolstoj aan de IJssel’ onder voorzitterschap van Gerrit van Ginkel, alsmede mevrouw Margreet van Brink voor al haar goede adviezen. Buve sprak de hoop uit dat er jaarlijks in november een dag aan een figuur uit Oost-Europa zou worden gewijd.

Deventer Grenzeloze Stad
De GGU heeft de Tolstoj-dag georganiseerd in samenwerking met andere regionale culturele organisaties in het kader van de manifestatie ‘Deventer Grenzeloze Stad’. Het betreft de Deventer Schouwburg, Etty Hillesum Centrum, Openbare Bibliotheek, Antiquariaat Lomonosov, 4Society en de Gemeente Deventer.

Tolstoj geschilderd in 1901 door Ilja Repin
(Russisch Staatsmuseum, Sint-Petersburg).